Translation: from dutch to english
from english to dutchin verlegenheid brengen ook
-
1 in verlegenheid brengen
in verlegenheid brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in verlegenheid brengen
-
2 in verlegenheid brengen
v. embarrass, nonplus, outface -
3 iemand in de war brengen
iemand in de war brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in de war brengen
-
4 verlegenheid
1 [het verlegen zijn] shyness♦voorbeelden: -
5 generen
I 〈wederkerend werkwoord; zich generen〉1 [zich schamen] be/feel embarrassed ⇒ be/feel shy/awkward♦voorbeelden:1 ik zou me dood generen • I'd be mortified, I'd die (of shame)geneer je niet • don't be shyII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in verlegenheid brengen] embarrass♦voorbeelden:1 zich gegeneerd voelen • feel embarrassed/uncomfortable -
6 war
♦voorbeelden:1 het garen is in de war • the string is in a knot/tanglein de war zijn • be confusedplannen in de war sturen • upset/foul up someone's plansde organisatie liep in de war • the organization went off the railsmijn spijsvertering is in de war • I've got indigestion/stomach troubleiemands haar in de war maken • tousle/ruffle someone's hairiets grondig in de war sturen • play havoc among/with somethingalles in de war gooien • turn everything topsy-turvyiets uit de war halen • disentangle/untangle something -
7 (iemand) op de gedachte brengen
(iemand) op de gedachte brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (iemand) op de gedachte brengen
-
8 (naar) boven brengen
(naar) boven brengentake/carry up; bring back 〈herinneringen e.d.〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (naar) boven brengen
-
9 God dank brengen
God dank brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > God dank brengen
-
10 aan de kook brengen
aan de kook brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de kook brengen
-
11 aan de macht komen/zijn/brengen
aan de macht komen/zijn/brengencome into/be in/bring to powerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de macht komen/zijn/brengen
-
12 aan het licht brengen
aan het licht brengenbring to light, reveal; 〈 ontdekken〉 uncover, unearthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan het licht brengen
-
13 aan wal brengen
aan wal brengenland, bring (something/someone) ashoreVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan wal brengen
-
14 alle factoren in rekening brengen
alle factoren in rekening brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alle factoren in rekening brengen
-
15 alles in gereedheid brengen/maken
alles in gereedheid brengen/makenget everything ready/in readiness; 〈 figuurlijk ook〉 clear the decks for actionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles in gereedheid brengen/maken
-
16 argumenten te berde brengen
argumenten te berde brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > argumenten te berde brengen
-
17 bij/tot bewustzijn brengen
bij/tot bewustzijn brengenbring round/toVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij/tot bewustzijn brengen
-
18 binnengaats brengen
binnengaats brengentake/bring inVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > binnengaats brengen
-
19 brengen zij dit jaar weer een toneelstuk?
brengen zij dit jaar weer een toneelstuk?will they be doing another play this year?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > brengen zij dit jaar weer een toneelstuk?
-
20 brengen
2 [begeleiden naar] take♦voorbeelden:mensen (weer) bij elkaar brengen • bring/get people (back) togethernaar huis brengen • take homeeen kind naar bed brengen • put a child to bed3 iemand dank/hulde brengen • give someone thanks, pay someone tributeeen lied brengen • perform a songin deze aflevering brengen wij drie reportages • in this week's/today's 〈enz.〉programme we have/present three reportswat zal de tijd ons brengen? • what will the future bring (us)?brengen zij dit jaar weer een toneelstuk? • will they be doing another play this year?te berde brengen • bring up, raiseeen zaak voor het gerecht brengen • take a matter to courtzich(zelf) ertoe brengen om … • bring oneself to …wat bracht je ertoe het niet te doen? • what(ever) stopped you ((from) doing it)?wat bracht je ertoe het te doen? • what(ever) made you do it?iemand aan het twijfelen brengen • raise doubt(s) in someone's mindiets aan de man brengen • sell somethingiemand aan het lachen brengen • make someone laughhet gesprek op een bepaald onderwerp brengen • bring the conversation round to a particular subjecthet gesprek op iets anders brengen • change the subjectwie/wat heeft hem op dat idee gebracht? • who(ever)/what(ever) gave him that idea?het nooit en te nimmer tot iets brengen • never get anywherehet voor elkaar brengen • fix things (up)¶ jawel! morgen brengen • not likely!het ver brengen • go far