Translation: from english to dutch
from dutch to englishhet is verschrikkelijk koud
-
1 ever
adv. ooit, ten alle tijden, altijd1 ooit ⇒ van mijn/je/zijn leven♦voorbeelden:1 did you ever (see/hear the like)! • asjemenou!, heb je van je leven!have you ever been to Rome? • ben je ooit naar Rome geweest?〈 informeel〉 never ever! • nooit van mijn leven!faster than ever • sneller dan ooitwhat ever did you do to him? • wat heb je hem in 's hemelsnaam (aan)gedaan?how ever could I do that? • hoe zou ik dat in 's hemelsnaam kunnen?〈 voornamelijk Brits-Engels〉 thanks ever so much! • hartstikke bedankt!they lived happily ever after • daarna leefden ze lang en gelukkigfor ever (and ever/a day) • voor (eeuwig en) altijd -
2 it is ever so cold
-
3 a fearful accident
-
4 abominable
-
5 appalling
-
6 as easy as pie/winking
as easy as pie/winkingreuzegemakkelijk, een koud kunstje -
7 bad news travels fast
-
8 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/ -
9 badly
adv. ernstig; vreselijk, verschrikkelijk; heel erg1 slecht2 erg ⇒ zeer, hard♦voorbeelden:do badly • een slecht resultaat behalenbe badly off for • arm zijn aanI want it badly • ik wil het dolgraag hebbenbadly wounded • zwaar gewond -
10 be/feel cold
be/feel cold -
11 blackjack
n. wapen: zware stock; kaartspel--------v. slaan met ploertendoder; verschrikkelijk slaanblackjack1 leren beker/kroes/fles -
12 bleak
adj. koud; treurig; ontbloot, blootgesteld--------n. troosteloos[ blie:k]2 ontmoedigend ⇒ deprimerend, somber3 onbeschut ⇒ aan weer en wind blootgesteld, kaal♦voorbeelden:a bleak sky • een donkere/grauwe lucht3 a bleak place • een winderige/onbeschermde plaats -
13 bleary
adj. koud; treurig; ontbloot, blootgesteld, onbeschut[ bliərie] 〈 bleariness〉 -
14 bloodcurdling
-
15 bloody
adj. bloederig; verschrikkelijk--------v. bloedachtig; bloeddorstigbloody1[ bluddie] 〈 bloodiness〉1 bloedachtig ⇒ bloed-, bloedrood; bebloed♦voorbeelden:♦voorbeelden:that's a bloody shame • dat is een grof schandaal————————bloody2〈 bijwoord〉 〈vooral Brits-Engels; informeel〉1 verdomd ⇒ verdraaid, erg♦voorbeelden:not bloody likely! • je zuster!, geen kwestie van!you're bloody well right • je hebt nog gelijk ook -
16 blunt
adj. stomp, bot; abrupt--------n. afgekant; dikke naald--------v. stomp/bot makenblunt1[ blunt] 〈bijvoeglijk naamwoord; bluntness〉1 bot ⇒ stomp, afgekant2 afgestompt ⇒ ongevoelig, koud3 (p)lomp ⇒ ongezouten; onverbloemd, onomwonden♦voorbeelden:tell someone something bluntly • iemand iets botweg/recht in zijn gezicht vertellen————————blunt2〈 werkwoord〉1 stomp/bot worden/maken ⇒ afstompen, ongevoelig maken 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden: -
17 brass monkey weather
-
18 brass monkey
brass monkey〈 informeel〉♦voorbeelden:freeze the balls of a brass monkey • de stenen uit de grond vriezen -
19 buffet
n. buffet; slag, klap--------v. slaan, beuken, worstelen metbuffet1[ boefee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————buffet2[ buffit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————buffet3〈 werkwoord〉1 meppen ⇒ slaan, ranselen; beuken2 teisteren ⇒ kwellen, treffen♦voorbeelden: -
20 bump off