Translation: from english to dutch
from dutch to english- From dutch to:
- English
- From english to:
- All languages
- Chinese
- Italian
- Russian
echt
-
1 (O) really?
(O) really?O ja?, Echt (waar)? -
2 I am sure I do not know
-
3 I do love you
-
4 I really felt with John
I really felt with John -
5 a truly beautiful sight
-
6 actually
adv. feitelijk; werkelijk[ æktsjoeəlie, -(t)sjəlie]1 eigenlijk ⇒ feitelijk, werkelijk2 zowaar ⇒ werkelijk, echt♦voorbeelden:2 they've actually paid me! • ze hebben me zowaar betaald!¶ you never go to see PSV anymore. actually, I saw them play Ajax yesterday • je gaat nooit meer naar PSV. nou, ik heb ze gister tegen Ajax zien spelenyou've met John, haven't you? actually, I haven't • je kent John, hè? Nou, nee -
7 all right
adj. in orde, goed, o.k--------interj. uitdrukking van een weifelachtige overeenkomst die niet naar genoegen is gemaakt (zoals in Jongen:: "laten we naar de film gaan. Alstublieft, mama!", Mama: "Oh. ik heb er geen zin in maar ik zal gaan")(erg) goed, prima————————in orde, okay————————all right11 gezond ⇒ goed; veilig, ongedeerd2 goed (genoeg) ⇒ aanvaardbaar, in orde♦voorbeelden:was he all right (after the crash)? • is hij er (bij dat ongeluk) heelhuids vanaf gekomen?his work is all right • zijn werk is acceptabelit's all right by me • van mij mag je————————all right2〈 bijwoord〉1 in orde ⇒ bevredigend, voldoende2 inderdaad ⇒ zonder twijfel, zeker3 begrepen ⇒ in orde, (dat is) afgesproken♦voorbeelden:3 all right, do as you please • okay dan/mij best, doe wat je niet laten kuntall right! • komt voor mekaar! -
8 all-American
echt amerikaansall-American2 〈zelfstandig naamwoord; sport〉 (lid van het) all-American team 〈door vakpers verkozen ‘beste’ ploeg van het jaar〉 -
9 apocryphal
adj. apocrief; twijfelachtig; onecht[ əpokrifl] 〈 apocryphally〉1 apocrief ⇒ niet echt, niet gezaghebbend -
10 are you serious?
are you serious?meen je dat nu echt? -
11 at a push
at a pushals het echt nodig is, in geval van nood -
12 belong
v. toebehoren; passen bij[ billong]♦voorbeelden:it belongs with the others • het hoort bij de anderenthey never really belonged • ze waren (hier/er/daar) nooit echt op hun plaats -
13 case
n. geval; zaak; rechtszaak; toestand; reden; naamval (grammatica); krat, kist, doos; (in computers) metalen omhulsel waarin zich alle interne onderdelen van de computer bevinden--------v. inpakken (ook in een kist)case1[ kees]1 geval ⇒ kwestie, zaak; stand van zaken; voorbeeld, specimen; patiënt, ziektegeval; 〈 informeel〉 (excentriek) type4 〈 benaming voor〉 omhulsel 〈 voornamelijk met inhoud〉 ⇒ doos, kist, koffer; zak, tas(je); schede, koker; huls, mantel; sloop, overtrek; cassette, etui; omslag; band; uitstalkast, vitrine; kast 〈 van horloge, piano; voor boeken enz.〉; 〈 techniek, technologie〉 huis; trommel, bus; 〈 plantkunde〉 zaadhuisje/hulsel5 kozijn ⇒ raamwerk, deurlijst♦voorbeelden:case in point • goed voorbeeldhe's a real case • hij is echt geschift(just) in case • voor het geval datin case of • in geval van, voor het geval datin the case of • met betrekking totin any/no case • in elk/geen gevalit's (not) the case • het is (niet) waar/het gevalsuch being the case • in het licht daarvanin this/that case • in dit/dat gevalthree cases of measles • drie gevallen van mazelenas the case may be • afhankelijk van de situatie/omstandigheden2 have a strong case • er goed/sterk voor staanmake (out) one's case • aantonen dat men gelijk heeftput the case (that) • opperen/voorstellen (om te)the case for the defendant • het pleidooi ten gunste van de beklaagdehave no case • geen been hebben om op te staanleading case • precedentmy case is to be heard today • mijn zaak komt vandaag voor————————case2〈 werkwoord〉1 voorzien van een omhulsel/doos ⇒ insluiten, vatten -
14 cohabitant
-
15 come into one's own
-
16 come into
erven, ontvangen; binnenkomencome into1 (ver)krijgen ⇒ verwerven, in het bezit komen van2 komen in♦voorbeelden:come into someone's possession • in iemands bezit komencome into blossom/flower • beginnen te bloeiencome into fashion • in de mode komencome into sight/view • in zicht komencome into the world • ter wereld komen -
17 concrete
adj. concreet; duidelijk waarneembaar--------n. beton--------v. betonneren; tastbaar wordenconcrete1[ kongkrie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beton————————concrete2[ kongkrie:t] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 concreet ⇒ echt, tastbaar2 vast ⇒ massief, hard♦voorbeelden:1 he doesn't have a concrete idea of what he wants • hij heeft geen vastomlijnd idee van wat hij wil————————concrete31 (ver)harden ⇒ compact/hard/massief worden/maken, (doen) stollen2 betonneren ⇒ met beton bedekken, (in) beton storten3 concreet maken ⇒ belichamen, concretiseren -
18 couple
n. paar--------v. paren vormen, copuleren; met elkaar in verband brengencouple1[ kupl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 koppel ⇒ paar, span♦voorbeelden:————————couple2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aaneen)koppelen ⇒ verbinden, aanhaken♦voorbeelden:couple up • aan elkaar koppelen4 for most people bullfighting is coupled with Spain • de meeste mensen associëren stierenvechten met Spanje -
19 cup
n. glas, beker, kelk, bokaal; lot--------v. in een beker doencup1[ kup] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kop(je) ⇒ mok, beker6 (lijdens)kelk ⇒ lot, wedervaren♦voorbeelden:my cup of tea • (echt) iets voor mij————————cup2〈werkwoord; cupped〉♦voorbeelden:cup one's hands round something • zijn handen ergens (beschermend/als een kom) omheen leggen -
20 divorce
n. echtscheiding; scheiding--------v. scheiden; zich laten scheiden van; afscheid nemen vandivorce1[ divvo:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————divorce2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Look at other dictionaries:
Echt — may refer to: * Echt Susteren, a municipality in the southeastern Netherlands; ** Echt, Netherlands, a city in the municipality of Echt Susteren. * Echt (band), the former German Britpop group; * Echt, Aberdeenshire, a village in Aberdeenshire… … Wikipedia
Echt — steht für: Echt Susteren, ein Teil der Gemeinde Echt Susteren in den Niederlanden Echt (Band), den Namen einer ehemaligen deutschen Musikgruppe Echt (Zeitschrift), den Namen einer Mitgliederzeitschrift der Evangelischen Kirche in Hessen und… … Deutsch Wikipedia
Echt — Êcht, er, este, adj. et adv. 1) Eigentlich, den Gesetzen gemäß, rechtmäßig; in welcher Bedeutung doch dieses Wort wenig mehr gebraucht wird. Echte Kinder, eheliche Kinder, welche aus einer rechtmäßigen Ehe herstammen. 2) In weiterer und… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
echt — echt: Das als Wort der Rechtssprache im 16. Jh. aus dem Niederd. ins Hochd. übernommene Wort geht zurück auf mnd. echt »echt, recht, gesetzmäßig«, dem mniederl. echt entspricht. Es ist zusammengezogen aus mnd. ehacht, dem mhd., ahd. ēhaft… … Das Herkunftswörterbuch
Echt — ECHT, a parish, in the district of Kincardine O Neil, county of Aberdeen, 12 miles (W.) from Aberdeen; containing 1078 inhabitants. This parish is nearly a square in figure, each side measuring about four and a half miles, and comprises… … A Topographical dictionary of Scotland
-echt — [ɛçt] <adjektivisches Suffixoid>: a) in Bezug auf das im Basiswort Genannte beständig, haltbar trotz äußerer Einwirkungen; geschützt, widerstandsfähig, so gut wie unempfindlich gegen …: farbecht; kussecht; lichtecht; mottenecht; säureecht;… … Universal-Lexikon
echt — Adj. (Grundstufe) nicht künstlich oder gefälscht, Gegenteil zu imitiert Beispiele: Der Ring ist aus echtem Gold. Die Unterschrift des Dokuments war echt. echt Adj. (Aufbaustufe) nicht vorgetäuscht, sondern wahr Synonyme: wahrhaftig, wirklich,… … Extremes Deutsch
echt — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • wirklich • wahr • richtig Bsp.: • Ist dieser Ring echt Gold? • Wir können echtes, traditionelles britisches Essen haben. • … Deutsch Wörterbuch
echt — 1. Ich träume von einem echten Perserteppich. 2. Der Film war echt gut … Deutsch-Test für Zuwanderer
Echt [1] — Echt, was die Eigenschaften hat, welche es seiner Natur u. Bestimmung nach haben soll, od. was das wirklich ist, wofür es ausgegeben wird, s. Echtheit. Daher Echte Knorpel (Wahre Knorpel) sind diejenigen der bleibenden Knorpel (im Gegensatz zu… … Pierer's Universal-Lexikon
Echt [2] — Echt, Dorf an der Maas im Bezirk Roermond der niederländischen Provinz Limburg; 3500 Ew … Pierer's Universal-Lexikon