Translation: from english to dutch
from dutch to englisharriveren
-
1 arrive
-
2 blow in
n. (Slang gebruikt in Amerika & Nieuw Zeeland) onverwachte bezoeker, iemand die juist is gearriveerd (over het algemeen iemand die niet welkom is of onbekend)--------v. beginnen olie te produceren (met betrekking tot oliebronnen); (Slang) onverwachts arriveren of een plaats binnenkomen (bv. "She blew in from Montreal at midnight")blow in(komen) binnenvallen, (komen) aanwaaien; inwaaien————————blow in -
3 check in
check-in (inschrijving bij een hotel,voor een vlucht)check in1 zich melden ⇒ zich inschrijven, arriveren♦voorbeelden: -
4 come
v. komen; aankomen; tot een oplossing komen; eindigen, tot bevrediging komencome1————————come21 komen ⇒ naderen, nader(bij) komen3 beschikbaar zijn ⇒ verkrijgbaar zijn, aangeboden/geproduceerd worden5 meegaan6 gebeuren7 staan ⇒ komen, gaan8 zijn9 beginnen ⇒ gaan, worden♦voorbeelden:the time will come when … • er komt een tijd dat …in the years to come • in de komende jarenshe came running • ze kwam aangerendcome aboard • aan boord komenthe train is coming • de trein komt eraanI'm coming! • ik kom eraan!〈 spreekwoord〉 first come, first served • die eerst komt, eerst maalt5 are you coming? • kom je mee?(now that I) come to think of it • nu ik eraan denk〈 informeel〉 how come? • hoe komt dat?, waarom?it comes rather easy • het is nogal gemakkelijkcome loose • loskomen, losgaanit has come to be used wrongly • men is het verkeerd gaan gebruikencome to believe • tot de overtuiging komencome to know someone better • iemand beter leren kennenthe life to come • het leven in het hiernamaalsshe doesn't know whether she is coming or going • ze is de kluts kwijtcome home to roost • zich keren tegen (de aanstichter), zich wrekencome now! • kom, kom!, zachtjes aan!come home to someone • tot iemand doordringencome near to tears • bijna in tranen uitbarstencome together • het eens worden, een geschil bijleggencome near doing something • iets bijna doen→ come about come about/, come across come across/, come after come after/, come again come again/, come along come along/, come apart come apart/, come around come around/, come at come at/, come away come away/, come back come back/, come before come before/, come between come between/, come by come by/, come down come down/, come for come for/, come forward come forward/, come from come from/, come in come in/, come into come into/, come of come of/, come off come off/, come on come on/, come out come out/, come over come over/, come round come round/, come through come through/, come to come to/, come under come under/, come up come up/, come upon come upon/ -
5 gate
n. hek, poort; ingang; aantal toeschouwers (bij uitvoering, enz); (op vliegveld) benummerde ingang waardoor reizigers in vliegtuig arriveren en waardoor ze komen als ze het vliegtuig verlatengate1[ geet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 poort(je) ⇒ deur, hek; ingang; 〈 vaak meervoud〉 afsluitboom, slagboom; 〈 vaak meervoud〉 sluis(deur), schuif; uitgang 〈 op luchthaven〉, perron♦voorbeelden:→ pearly pearly/————————gate2〈 werkwoord〉 -
6 get in
arriveren--------binnen komenget in1 binnenkomen ⇒ toegelaten worden 〈 met betrekking tot school, universiteit〉; verkozen worden 〈 politicus〉♦voorbeelden:get in on something • aan iets meedoen〈 informeel〉 get in with • vriendschap sluiten met, aanpappen metII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 get the doctor in • de dokter ontbieden/er bij halenI couldn't get a word in (edgeways) • ik kon er geen speld tussen krijgenIII 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
7 reach
n. handbereik--------v. bereiken; uitsteken (hand uitsteken)reach1[ rie:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:above/beyond/out of reach • buiten bereik, onbereikbaar; onhaalbaar, niet te realiserenwithin easy reach of • gemakkelijk bereikbaar van(af)————————reach2♦voorbeelden:reach for something • (naar) iets grijpen, iets pakkenthe forests reach down to the sea • de bossen strekken zich uit tot aan de zeeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pakken ⇒ (ergens) bij kunnen, grijpen2 aanreiken ⇒ geven, overhandigen♦voorbeelden:1 reach down something from a shelf • iets van een plank af pakken/nemenreach Paris • in Parijs aankomen -
8 Traceroute
n. (computers), serviceprogramma op internet dat grafiek van route en vereiste tijd voor arriveren van gecomputeriseerde gegevenspakketten van huiscomputer naar computer van verre bezoeker produceert -
9 arr
het arriverenarr (arrival) -
10 arriver
n. arriveren, aankomen -
11 arriving
adj. arriveren, aankomen--------n. aankomende -
12 come in first
als eerste arriveren,de wedstrijd winnen -
13 get nowhere
nergens komen, nergens arriveren -
14 the coming of the Messiah
het arriveren van de Messias (de dagen van de Messias,het einde der dagen) -
15 toll house
tolhuis (plaats op luchthaven of haven waar goederen arriveren waar tol over betaald moet worden) -
16 touch port
de haven arriveren
Look at other dictionaries:
George Weller — ‘otheruses4|the writer|the elderly motorist in a fatal car accident|George Russell WellerGeorge Anthony Weller (1907 ndash;2002) was an American novelist, playwright, and Pulitzer Prize winning journalist for The New York Times and Chicago Daily… … Wikipedia
Mariakaakje-Beratung — Willem Drees, niederländischer Ministeroräsident 1948 1958 Die Mariakaakje Beratung (Mariakaakje overleg) ist eine moderne Sage in den Niederlanden, die besagt, die bescheidene Wohnung von Ministerpräsident Will … Deutsch Wikipedia