Translation: from dutch to french
from french to dutch- From french to:
- Dutch
- From dutch to:
- All languages
- English
- French
être de loin préférable à
-
1 verre de voorkeur verdienen boven
verre de voorkeur verdienen bovenDeens-Russisch woordenboek > verre de voorkeur verdienen boven
-
2 verre
1 [allesbehalve; ver] loin de2 [verreweg] de loin♦voorbeelden:het is verre van eenvoudig • c'est loin d'être simplevan verre komen • venir de loin -
3 er even helemaal uit zijn
er even helemaal uit zijn -
4 uit
uit1I 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ mijn huis uit! • dehors!ik ben er helemaal uit • (ça y est,) je m'en suis sortiik zou er graag eens uit willen zijn • je voudrais bien être débarrassé de tout celaer even helemaal uit zijn • être loin des problèmes quotidiensik kan er niet over uit • je n'en reviens pas〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 daar kan ik niet aan uit • 〈m.b.t. verlies〉 j'en suis de ma poche; 〈m.b.t. begrip〉 je ne m'en sors pasvoor zich uit praten • parler tout seulvoor zich uit kijken • regarder dans le videII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [elders, niet thuis] sorti2 [afgelopen] fini3 [niet brandend] éteint♦voorbeelden:het boek is uit • le livre est finidat moet nu eens uit zijn • il faut en finir une bonne fois pour touteshet is uit met de pret! • finie la belle vie!uit! en daarmee uit! • un point c'est tout4 een vetkuif is uit • une banane, c'est outop iets uit zijn • viser qc.op een betrekking uit zijn • avoir une position en vue————————uit2〈 voorzetsel〉1 [niet in] de2 [afkomstig van, door middel van; vanwege] par♦voorbeelden:1 uit uw brief vernam ik … • j'ai appris par votre lettre (que) …stoffen uit Engeland • étoffes venues d'Angleterreuit een fles schenken • servir à boire d'une bouteilleeen kind uit zijn eerste huwelijk • un enfant de son premier mariageuit school komen • sortir de l'écoleje hoorde hem boven alle anderen uit • on n'entendait que lui→ link=boze bozeuit elkaar gaan • se séparer -
5 ver van de weg af liggen, staan
ver van de weg af liggen, staanDeens-Russisch woordenboek > ver van de weg af liggen, staan
-
6 ver
3 [zich uitstrekkend over een grote afstand] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 long/longue♦voorbeelden:een sprong van een meter ver • un saut d'un mètrein de verre toekomst • dans un lointain avenireen ver vooruitzicht • une perspective lointaineeen verre voorvader • un lointain ancêtrever gevorderd zijn • avoir bien progresséje hebt te ver gegooid • tu as jeté la balle, la pierre (etc.) trop loindat is ver gezocht • c'est tiré par les cheveuxde nacht is ver gevorderd • il est déjà bien tardver komen • aller loinver met iets komen • bien avancer qc.met die vijftig gulden zul je niet ver komen • tu n'iras pas loin, avec ces cinquante florinsver vooruitzien • voir loinnog (altijd) even ver zijn • ne pas être plus avancé (qu'auparavant)de vrede is nog ver te zoeken • la paix n'est pas pour demainde vanillesmaak is in deze pudding ver te zoeken • il faut de la bonne volonté pour trouver à ce flan un goût de vanillehoe ver is het nog? • c'est encore loin?hoe ver bent u? • où en êtes-vous?u gaat te ver! • vous allez trop loin!dat gaat te ver! • c'est trop fort!ver weg • loinzo ver loop ik niet • je ne vais pas faire tout ce trajet à piedzo ver reikt mijn macht niet • mon pouvoir ne s'étend pas jusque-làzo ver zijn we nog niet • on n'en est pas encore làhij is ver boven de vijftig • il a largement dépassé la cinquantainever na middernacht • bien après minuittot ver in de nacht • jusqu'à une heure avancée de la nuitver uit, van elkaar liggen • être éloignésvan ver komen • venir de loinver van de weg af liggen, staan • être loin de la routehet is ver van het station naar de stad • il y a loin de la gare à la ville2 iemand ver overtreffen • être très supérieur à qn.ver heen zijn • 〈 dronken〉 être bien parti; 〈m.b.t. bewustzijn〉 être à peine conscient; 〈 zeer ziek〉 être au plus malver in de minderheid blijven • être nettement minoritairever onder het gemiddelde • bien au-dessous de la moyennedat het zo ver met iemand kan komen! • que l'on puisse tomber si bas! -
7 bont
bont1〈 het〉2 [stof] (linge <m.> de) couleur 〈v.〉♦voorbeelden:————————bont2♦voorbeelden:het bonte leven • la vie et ses surpriseseen bonte zomerrok • une jupe d'été impriméebont en blauw zien • être couvert de bleusiemand bont en blauw slaan • rouer qn. de coups -
8 dat middel helpt niet half zo goed
dat middel helpt niet half zo goedDeens-Russisch woordenboek > dat middel helpt niet half zo goed
-
9 diep
♦voorbeelden:een diep decolleté • un décolleté profondin diepe gedachten verzonken • plongé dans ses penséesdiep medelijden met iemand hebben • compatir sincèrement au chagrin de qn.twee meter diep • profond de deux mètresin diepe rouw • en grand deuileen diepe stem • une voix gravezes voet diep onder de grond liggen • être à six pieds sous terrehet water is hier diep • l'eau est profonde à cet endroitdiep blauw • (un) bleu profonddiep ongelukkig zijn • être profondément malheureuxhet is diep treurig • c'est très tristediep ademhalen • respirer à fondde plank boog diep door • la planche plia très fortdiep buigen • s'incliner profondémentdiep in iets doordringen • pénétrer au coeur de qc.dat vooroordeel is diep geworteld • ce préjugé est profondément enracinézijn ogen lagen diep • ses yeux étaient enfoncés dans leurs orbitesdiep nadenken • réfléchir profondémentiemand diep vernederen • écraser qn. de son méprisdiep zinken, vallen • tomber bien bashet zit niet erg diep bij hem • il est superficieldiep in zijn hart • dans son for intérieurdiep in het bos • tout au fond du boisdiep in Rusland • au fin fond de la Russiediep onder de dekens kruipen • s'enfoncer profondément sous les couverturesdie twisten duurden tot diep in de 19e eeuw • ces querelles se prolongèrent bien avant dans le XIXe siècle〈 figuurlijk〉 iemand in het diepe gooien • mettre qn. dans le bainuit het diepste van zijn hart • du fond du coeurin het diepst van … • au plus profond de …tot in het diepste van zijn ziel geroerd • ému jusqu'au fond de l'âme -
10 dik
2 [van aanzienlijke omvang] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 gros/grosse♦voorbeelden:een dikke mist • un brouillard épaisdik gezaaid • semé druhet er dik bovenop leggen • forcer la dosehet ligt er dik bovenop • ça crève les yeuxdat zit er dik in • il n'y a pas l'ombre d'un doutedik in iets zitten • avoir qc. en abondanceeen dik uur • plus d'une heureeen dikke voldoende • largement la moyennedik tevreden (zijn) • (être) très satisfaitiemand dik verslaan • battre qn. de loineen dikke tien jaar geleden • il y a largement dix ans't is dik in orde • pas de problèmesdat komt dik voor elkaar, mekaar! • sans problèmes!5 dikke vrienden, maatjes zijn • être très ami(s) (avec qn.)het is dik aan tussen hen • c'est le grand amour entre euxdik doen • faire l'importantdik gekleed zijn • être habillé chaudementzich dik maken (over iets) • se faire du mauvais sangzich niet dik maken • ne pas s'en faire -
11 er mankeert nogal wat aan
er mankeert nogal wat aan -
12 groot
1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 grand 〈 meestal vóór zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 en grand ⇒ 〈 moreel〉 grandement2 [belangrijk] important♦voorbeelden:voor een groot deel • en grande partieeen grote eter • un grand mangeureen groot gezelschap • une compagnie nombreuseeen groot gezin • une famille nombreusegroot kaliber • gros calibrebij mist groot licht • en cas de brouillard, allumez vos phareseen groot man • un grand hommede grote mensen • les grandes personneshet tekort is tien miljoen groot • le déficit est de dix millionsmet grote moeite • à grand-peinede grote stad • la grande villegrote stappen nemen • marcher à grands pasde grote vakantie • les grandes vacancesiemand groot verdriet doen • faire beaucoup de peine à qn.groot wild • gros gibier〈m.b.t. personen〉 dat wordt een hele grote • il, elle ira loinwat ben jij groot geworden! • comme tu as grandi!zich groot houden • se dominergroter gaan wonen • déménager pour habiter plus granddat moet je groot zien • il faut voir cela en grandzij zijn even groot • ils ont la même tailledaar ben je te groot voor • tu es trop grand pour çaKarel de Grote • Charlemagnein het groot handel drijven • être dans le commerce de groshij doet alles in het groot • il fait tout en grandhij is 5 cm groter dan zij • il a 5 cm de plus qu'elle -
13 half
♦voorbeelden:halve dagen werken • travailler à mi-tempseen half dozijn • une demi-douzaineeen halve fles • une demi-bouteillevoor half geld • à moitié prixter halver hoogte • à mi-hauteureen half jaar • six moishalve kennis • des connaissances imparfaitesde halve stad spreekt ervan • toute la ville en parlede klok slaat hele en halve uren • l'horloge sonne les heures et les demiesom het halve uur • toutes les demi-heureshalf werk • travail bâcléhet werk is half af • le travail est à moitié faitde deur stond half open • la porte était entrouverteeen glas half vol schenken • remplir un verre à moitiéhet staat mij maar half aan • ça ne me satisfait qu'à moitiéhalf lachend, half huilend • entre le rire et les larmesdat middel helpt niet half zo goed • ce remède est loin d'être aussi efficacehalf zo groot als • deux fois plus petit quehet is half elf • il est dix heures et demietien voor half vijf • quatre heures vingttien over half zeven • sept heures moins vingttwee halven maken een heel • deux demis font un entier〈 spreekwoord〉 beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald • il n'y a que les imbéciles qui ne changent jamais d'avis, moitié 〈+ zelfstandig naamwoord〉→ link=mens mens -
14 helemaal
♦voorbeelden:helemaal blauw • tout bleuhelemaal nat zijn • être complètement trempéhet helemaal hebben, zijn • être le fin du findie speler heeft het helemaal • ce joueur possède parfaitement son jeudat is het helemaal • c'est tout à fait çadat is hij helemaal • c'est bien luieen boek helemaal lezen • lire un livre en entieriemand helemaal onderzoeken • faire un examen médical approfondi de qn.helemaal niets! • rien du tout!hij begrijpt helemaal niets • il ne comprend rien à rienhelemaal bovenaan • tout en hauthelemaal niet • pas du toutzij is helemaal niet dom • elle est loin d'être bêtehelemaal aan het eind van de zaal • tout au fond de la sallehelemaal in het begin • tout au débutdat pakje komt helemaal uit Amerika • ce paquet a fait tout le voyage d'Amérique (à ici)ik heb daar helemaal geen zin in • je n'en ai aucune enviehelemaal in de war zijn • être tout décontenancé¶ ben je nu helemaal? • tu dérailles ou quoi?wie is hij dan helemaal? • mais pour qui il se prend? -
15 het is verre van eenvoudig
het is verre van eenvoudig -
16 hiel
♦voorbeelden:1 zij had haar hielen nog niet gelicht of … • elle venait juste de tourner les talons que …de hielen lichten • lever le campiemands hielen likken • lécher les bottes à qn.ik zie liever zijn hielen dan zijn tenen • plus il est loin et mieux je me porteiemand op de hielen lopen • marcher sur les talons de qn.iemand (na) op de hielen zitten • être sur les talons de qn.; 〈 figuurlijk〉 talonner qn. -
17 hij is lang zo rijk niet als beweerd wordt
hij is lang zo rijk niet als beweerd wordtDeens-Russisch woordenboek > hij is lang zo rijk niet als beweerd wordt
-
18 hij is verre van knap
hij is verre van knap -
19 huis
♦voorbeelden:huis noch haard hebben • n'avoir ni feu ni lieuhet huis des Heren • la maison du Seigneurhet huis alleen hebben • être seul à la maisoneen eigen huis hebben • être propriétaire d'une maisonvan goeden huize komen • 〈 van goede familie〉 être de bonne famille; 〈 figuurlijk, van personen〉 ±s'y connaîtrehet Koninklijk Huis • la Maison royaleopen huis houden • organiser une journée portes ouvertesmen zou huizen op hem bouwen • on lui donnerait le bon Dieu sans confession〈 figuurlijk〉 zijn eigen huis opeten • devoir mon capital avant de pouvoir faire appel à l'aide socialeiemand het huis uittrappen • ficher qn. dehorsiemand het huis uitzetten • mettre qn. à la portehuis aan huis verkopen • faire du porte à porteaan huis bezorgen • livrer à domicileeen huis in een rij • une maison mitoyenneiets in huis hebben • avoir des provisionsheel wat in huis hebben • avoir beaucoup de capacitésik ga naar huis • je rentre (chez moi)het is niet om over naar huis te schrijven • ça ne casse riennaar huis schrijven • écrire à sa familleeen huis van drie verdiepingen • une maison à trois étagesik kom van huis • je viens de chez moieen tweede huis • une résidence secondairedat staat zo vast als een huis • cela ne fait aucun doute→ link=kind kind -
20 inschieten
♦voorbeelden:mijn eten schoot erbij in • j'ai dû me passer de repas
Look at other dictionaries:
Bien-être animal — Poulets en batterie Le bien être animal est une notion associée au point de vue selon lequel toute souffrance animale inutile devrait être évitée. La notion concerne l amélioration de la condition animale dégradée par l utilisation et l… … Wikipédia en Français
Bien-etre animal — Bien être animal Le bien être animal est une notion associée au point de vue selon lequel toute souffrance animale inutile devrait être évitée. Ce point de vue concerne les animaux domestiques , qu ils soient exploités comme source de nourriture … Wikipédia en Français
Bien etre animal — Bien être animal Le bien être animal est une notion associée au point de vue selon lequel toute souffrance animale inutile devrait être évitée. Ce point de vue concerne les animaux domestiques , qu ils soient exploités comme source de nourriture … Wikipédia en Français
Bois (Matériau De Construction) — Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
Bois (matériau de construction) — Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
Bois d'oeuvre — Bois (matériau de construction) Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
Bois d'œuvre — Bois (matériau de construction) Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
Bois matériau de construction — Bois (matériau de construction) Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
Perennite du bois — Bois (matériau de construction) Pour les articles homonymes, voir Bois (homonymie). Le bois est un des plus anciens matériaux de construction … Wikipédia en Français
savoir — 1. savoir [ savwar ] v. tr. <conjug. : 32> • fin XIIe; saveir 980; savir 842; lat. pop. °sapere (e long), class. sapere (e bref) « goûter, connaître » I ♦ Appréhender par l esprit. A ♦ 1 ♦ Avoir présent à l esprit (un objet de pensée qu on… … Encyclopédie Universelle
Olea europaea — Pour les articles homonymes, voir Olivier. Olea europaea … Wikipédia en Français